Uitleg kantonrechter begrip 'no cure no pay'


Admedica en gedaagde zijn een overeenkomst van opdracht aangegaan, inhoudende dat Admedica werkzaamheden zou verrichten samenhangende met het door de Belastingdienst van toepassing laten verklaren van de zogenaamde 30%-regeling ten aanzien van gedaagde.

 

Deze werkzaamheden omvatten in elk geval het voeren van een beroepszaak tegen de Belastingdienst bij de rechtbank Arnhem.

 

Partijen hebben afgesproken dat gedaagde aan Admedica een uurtarief zou voldoen voor de door Admedica aan de zaak bestede tijd, mits de beroepszaak zou worden gewonnen, de zogenaamde afspraak van 'no cure, no pay'.

 

Partijen hebben in de overeenkomst niet voorzien in de situatie dat één van partijen de overeenkomst tussentijds zou opzeggen.

 

Admedica heeft een beroepschrift ingediend bij de sector bestuursrecht van de rechtbank te Arnhem.

 

Tevens heeft Admedica een pleitnota opgesteld ten behoeve van de te houden zitting.

 

Daarna heeft gedaagde zich gewend tot KPMG voor een ‘second opinion’ in de kwestie aangaande de 30%-regeling.

 

KPMG heeft hierop een e-mail aan gedaagde verzonden, inhoudende haar conclusies en adviezen.

 

Deze e-mail heeft gedaagde doorgestuurd uit naam van Admedica, met het verzoek contact op te nemen met KPMG ten behoeve van collegiaal overleg.

 

Dit collegiaal overleg heeft nimmer plaatsgevonden.

 

Daarna heeft gedaagde aan van Admedica gemaild dat hij overwoog het hele dossier aan KPMG over te dragen.

 

Vervolgens heeft van Admedica een e-mail aan gedaagde gestuurd waarin onder meer het volgende is geschreven:

“De handelswijze van KPMG, maar vooral jouw mededeling dat je overweegt het hele procesdossier over te dragen aan KPMG hebben mij doen besluiten het commando over het schip over de dragen. 

Jullie zijn nu vrij om jullie eigen koers te varen…….... 

Ik zal de Rechtbank mededelen dat ik niet meer als jouw gemachtigde optreedt.”

 

Hierop heeft gedaagde de zaak overgedragen aan KPMG. KPMG heeft gedaagde bijgestaan tijdens de beroepszitting.

 

De rechtbank heeft uitspraak gedaan ten faveure van gedaagde.

 

KPMG heeft voor haar werkzaamheden – het bestuderen van het dossier, het opstellen van een nieuwe pleitnota en het bijwonen van de zitting – een bedrag van € 14.119,45 aan gedaagde gedeclareerd.

 

Admedica heeft gedaagde een declaratie verstuurd voor onder meer “bezwaarschrift, beroepschrift, pleitnota” van in totaal € 12.949,42.

 

Aangezien gedaagde deze declaratie weigert te betalen, besluit Admedica gedaagde te dagvaarden voor het kantongerecht.

 

Beoordeling

 

De kantonrechter overweegt als volgt. Admedica heeft aan haar vordering de met gedaagde overeengekomen afspraak tot rechtsbijstand op basis van 'no cure, no pay' ten grondslag gelegd.

Admedica stelt immers dat zij recht heeft op het afgesproken loon (de ‘pay’), nu de beroepszaak door gedaagde is gewonnen en er sprake is van het beoogde resultaat (de ‘cure’).

 

Gedaagde stelt ter betwisting dat het resultaat niet door Admedica is behaald en er derhalve geen loon verschuldigd is.

 

Partijen zijn dan ook in de eerste plaats verdeeld over de vraag hoe het begripcure’ dient te worden uitgelegd en met name of daarbij doorslaggevend is door wie deze is behaald.

 

Bij de uitleg van dit begrip komt het aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan de door hen gebezigde bewoordingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De kantonrechter overweegt dat uit de stellingen van partijen niet meer kan worden afgeleid dan dat zij zijn overeengekomen dat gedaagde aan Admedica een uurtarief zou voldoen voor de door Admedica aan de zaak bestede tijd, mits de beroepszaak zou worden gewonnen en dat partijen deze afspraak hebben gekenschetst als 'no cure, no pay'. Over de definitie van het begrip ‘cure’ is niet gesproken. Evenmin hebben partijen vooraf besproken wat er zou geschieden als Admedica de werkzaamheden voortijdig zou neerleggen en een andere opdrachtnemer deze zou overnemen.

 

Bij beantwoording van de vraag welke zin partijen mochten toekennen aan de afspraak 'no cure, no pay' en wat partijen over en weer redelijkerwijs mochten verwachten, neemt de kantonrechter het volgende in overweging. Bij 'no cure, no pay'-contracten staat niet loon tegenover arbeid, maar loon tegenover het resultaat van arbeid. Een redelijke uitleg van de overeenkomst brengt naar het oordeel van de kantonrechter in beginsel mee dat om aanspraak te kunnen maken op loon op grond van de overeenkomst het resultaat volledig moet zijn bereikt door de arbeid van de opdrachtnemer zelf, niet geheel of gedeeltelijk door de arbeid van een opvolgend opdrachtnemer.

 

Admedica heeft gesteld dat haar werkzaamheden – het indienen van het beroepschrift en het opstellen van een pleitnota – voldoende waren om het resultaat te bereiken. Dit ondanks het feit dat zij tijdens de zitting niet als gemachtigde van gedaagde is opgetreden.

 

Gedaagde heeft dit gemotiveerd betwist door aan te voeren dat er – op het moment dat Admedica haar werkzaamheden staakte – geen resultaat was en de afloop van de zaak er ook niet rooskleurig uitzag. Het positieve resultaat is volgens gedaagde te danken aan de inspanningen van KPMG, die een gewijzigde strategie heeft gekozen voor de zitting en aldaar als gemachtigde van gedaagde is opgetreden.

 

Na deze gemotiveerde betwisting door gedaagde van de stelling van Admedica had het op de weg van Admedica gelegen om haar stelling dat haar werkzaamheden voldoende waren om het resultaat te bereiken, nader feitelijk te onderbouwen. Dit geldt mede nu Admedica beschikt over de e-mail van KPMG inhoudende dier adviezen en conclusies in het kader van de ‘second opinion’.

 

Ten aanzien van de subsidiair door Admedica ingenomen stelling, luidende dat het traject naar het bereikte resultaat voor het grootste gedeelte door Admedica is afgelegd, geldt dat dit op grond van de overeenkomst niet tot toewijzing van enig bedrag aan loon kan leiden. Immers, gelijk hierboven is overwogen, brengt een redelijke uitleg van de overeenkomst in dit geval mee dat het resultaat volledig moet zijn bereikt door de arbeid van de opdrachtnemer zelf, niet geheel of gedeeltelijk door de arbeid van een opvolgend opdrachtnemer.

 

De slotsom is dat Admedica haar stelling dat zij op grond van de overeenkomst en de afspraak van 'no cure, no pay' recht heeft op betaling van loon, onvoldoende heeft onderbouwd, gezien de gemotiveerde betwisting door gedaagde.

 

De kantonrechter wijst de vordering van Admedica af.

  

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

   

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2013:6258

 

 

Home  


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.