Gemeente Rotterdam hoeft 'WIJ-kandidaat' niet te accepteren als sollicitant  

   

Eiser ontving van de gemeente Rotterdam een uitkering op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ). In dat kader hebben partijen een werkstageovereenkomst gesloten, inhoudende dat eiser stage liep bij de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente Rotterdam als assistent-klantmanager. Hij ontving daarvoor geen bezoldiging, maar behield zijn WIJ-uikering.

 

WIJ-kandidaten werden door de gemeente Rotterdam beschouwd als interne kandidaten.

 

In het voorjaar van 2010 heeft de gemeente Rotterdam besloten dat er € 72 mln op de bedrijfsvoering moest worden bezuinigd en dat de concernorganisatie moest worden verkleind.

 

Er heeft een gesprek plaatsgevonden tussen eiser en zijn leidinggevende.Aan eiser is medegedeeld dat door de bezuinigingsopdracht de wereld er anders uit ziet waardoor er zelfs medewerkers de dienst SoZaWe zullen moeten verlaten.In deze lijn is het besluit genomen om de assistent klantmanager niet als interne kandidaten te zien waardoor er niet op vacatures binnen het concern gesolliciteerd kan worden.

 

Eiser zal zich moeten richten op die zaken waar hij wel verder mee komt. Dat zullen vacatures buiten de dienst SoZaWe zijn, dat zal een mogelijk ander werkleertraject zijn.

 

De vordering 

 

Eiser is het daar niet mee eens en besluit gemeente Rotterdam te dagvaarden voor de rechtbank. Hij vordert dat de Gemeente wordt veroordeeld tot nakoming van haar verbintenis jegens eiser door hem bij sollicitaties binnen de gemeente aan te merken als interne kandidaat en hem dienovereenkomstig te behandelen op straffe van een dwangsom van € 2.500,-- voor iedere keer dat gemeente Rotterdam zulks mocht nalaten.

 

Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat bij het aangaan van zijn werkstageovereenkomst als assistent-klantmanager, de gemeente Rotterdam heeft toegezegd dat hij als interne kandidaat zou worden aangemerkt. Eiser meent dat de gemeente deze verplichting alsnog moet nakomen gedurende twee jaren na vonnis.

De beoordeling

 

De rechter kan op verlangen van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Aan de wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht worden verleend.

 

Volgens vaste jurisprudentie moet de vraag of de overheid in het algemeen belang mag afwijken van een door haar aangegane privaatrechtelijke overeenkomst worden beantwoord door beoordeling van de aard van de overeenkomst en de aard van de overheidstaak op de uitoefening waarvan de overheid zich beroept. Onder onvoorziene omstandigheden zijn in dit verband begrepen nieuwe, niet in de overeenkomst verdisconteerde inzichten, die tot een beleidswijziging nopen.

 

De gemeente Rotterdam stelt dat er sprake is van onvoorziene omstandigheden, zijnde een grootschalige bezuinigingsoperatie, welke van dien aard is dat eiser geen ongewijzigde instandhouding van de rechtsverhouding mag verwachten. Eiser voert aan dat de gemeente Rotterdam niettemin gehouden is tot nakoming van zijn recht om als interne kandidaat te mogen solliciteren.

 

Het voorkomen van begrotingstekorten behoort tot een van de kerntaken van de gemeente Rotterdam. Gelet op de omvang van de door de gemeente Rotterdam aangevoerde bezuinigingsoperatie en de gevolgen daarvan voor de gemeentelijke organisatie, alsmede de omstandigheid dat met eiser een onbetaalde werkstageovereenkomst was afgesloten met als doel het opdoen van werkervaring en kennismaking met de gemeentelijke organisatie, met behoud van zijn WIJ-uitkering, komt de gemeente Rotterdam in dit geval een beroep toe op onvoorziene omstandigheden. De overeenkomst is ontbonden wat betreft het recht van eiser als interne kandidaat te solliciteren, zodat de gemeente Rotterdam niet langer is gehouden tot nakoming daarvan. De vordering zal worden afgewezen.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2013:6998

 

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.