Afwijzing verzoek tot toelating schuldsanering mede door consumptieve overbesteding

 

Theo en Thea zijn een samenwonend stel en hebben twee kinderen van respectievelijk 4 en 6 jaar.

 

Theo ontvangt een Wajong-uitkering van € 922,85 per maand, exclusief vakantiegeld. Thea ontvangt studiefinanciering van € 1.213,00 per maand.

 

De totale schuldenlast van Theo bedraagt € 8.051,49. Blijkens de brief van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft Theo tevens een schuld aan het DUO van € 29.568,16.

 

De totale schuldenlast van Thea bedraagt € 30.035,70, waaronder:

·       Wehkamp BV, € 1.980,32 (februari 2009)

·       H&M Netherlands, € 983,20 (maart 2011)

·       H&M Netherlands, € 178,45 (juni 2011)

·       Bol.com BV, € 75,97 (april 2012)

·       Otto BV, € 377,72 (juni 2012)

·       Neckermann.com bv, € 793,53 (februari 2012)

 

Thea heeft nog een schuld aan de Belastingdienst van € 17.860,00 ter zake van kinderopvangtoeslag met betrekking tot de jaren 2009, 2010 en 2011.

 

Theo en Thea hebben bij de rechtbank een verzoekschrift ingediend om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling

 

Overwegingen van de rechtbank

 

Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende aannemelijk geworden dat Theo en Thea ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van hun schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw zijn geweest.

 

De schuld aan de Belastingdienst betreft een terugvordering van kinderopvangtoeslag met betrekking tot de jaren 2009, 2010 en 2011. Ter zitting heeft Thea bevestigd dat de schuld aan de Belastingdienst onder meer is ontstaan, omdat zij niet aan de Belastingdienst heeft doorgegeven dat hun oudste kind geen gebruik meer maakt van de opvang en zij de vergoeding voor de kinderopvang wel is blijven ontvangen. Dit betekent dat zij niet te goeder trouw is geweest ter zake de schuld aan de Belastingdienst.

 

Het verweer van Thea dat zij door het wegvallen van het inkomen van Theo de kinderopvangtoeslag heeft aangewend voor levensonderhoud, kan niet tot een ander oordeel leiden. Van haar mag worden verwacht dat zij elke wijziging met betrekking tot haar persoonlijke gezinssituatie, welke van invloed zou kunnen zijn op het recht op kinderopvangtoeslag doorgeeft aan de Belastingdienst.

 

Bovendien behoorde zij te weten dat de ontvangen kinderopvangtoeslag diende te worden aangewend voor de kosten van kinderopvang en niet voor de kosten van levensonderhoud.

 

De rechtbank acht Theo evenmin te goeder trouw ten aanzien van de schuld aan de Belastingdienst.

 

Theo heeft ook geprofiteerd van de teveel ontvangen kinderopvangtoeslag met betrekking tot de jaren 2009, 2010 en 2011 omdat het aannemelijk is dat de teveel ontvangen gelden ten bate zijn gekomen van de gezamenlijke kosten van de huishouding. Dat de schuld op naam van Thea staat doet hier niet aan af.

 

Nu de gelden gebruikt zijn voor de gezamenlijke kosten van de huishouding heeft Thea bij betaling immers een regresvordering op Theo. Ditzelfde geldt voor de overbestedingschulden, zoals hierna is vermeld.

 

De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van consumptieve overbesteding. Gebleken is dat Thea bij een aantal (postorder)bedrijven een schuld is aangegaan, waarvan zij wist dan wel kon weten dat zij deze niet kon betalen omdat zij zich toen al in een benarde financiële positie bevond. Als gevolg hiervan is haar schuldenlast (nog) verder opgelopen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat ook deze consumptieve schuld niet te goeder trouw is ontstaan.

 

De rechtbank acht Theo evenmin te goeder trouw ten aanzien van deze consumptieve schuld, omdat de consumptieve overbesteding ten bate is gekomen van de gezamenlijke huishouding en dus ook Theo hiervan heeft geprofiteerd, terwijl hij wist dat zij de betalingsverplichtingen hiervan niet konden nakomen.

 

Het verzoek zal worden afgewezen.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2013:2770

  

Home  


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.