Financieringsvoorbehoud bij koop woning

 

Arie en Anita hebben met Caroline een koopovereenkomst gesloten op grond waarvan Caroline het huis van Arie en Anita zou afnemen voor een bedrag van € 435.000,-.

 

Bij brief heeft Caroline een beroep gedaan op het financieringsvoorbehoud. Bij deze brief zijn documenten meegezonden van Centraal Beheer Achmea, MoneYou en de Bank of Scotland.

 

De vordering

 

Arie en Anita vorderen dat de rechtbank Caroline veroordeelt om aan Arie en Anita te betalen een boetebedrag.

 

Beoordeling door de rechtbank

 

De meest verstrekkende stelling van Arie en Anita is dat Caroline naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep toekomt op het financieringsvoorbehoud nu Caroline ten tijde van het tekenen van de koopovereenkomst wist of had moeten weten dat zij de voor de woning benodigde financiering nooit kon krijgen.

 

Uit de door Caroline overgelegde hypotheekaanvraag van Centraal Beheer Achmea blijkt dat zij met haar inkomen (€ 22.291 bruto per jaar) een hypotheek kon krijgen van € 76.000,-. Ook uit de aanvraag van MoneYou blijkt dat de maximale hypotheek bij een dergelijk inkomen € 76.000,- bedraagt. Bank of Scotland stelt het maximaal te verkrijgen hypotheekbedrag op€ 81.082,-.

 

Uit deze aanvragen blijkt dat het inkomen van Caroline volstrekt onvoldoende was om het benodigde bedrag aan hypotheek (€ 225.000,-) te verkrijgen, zoals Caroline ook zelf stelt.

 

Financieringsvoorbehoud

 

Hoewel het juist is dat een financieringsvoorbehoud in een koopovereenkomst wordt opgenomen met het oog op de mogelijkheid dat de financiering niet rond komt, vormt een financieringsvoorbehoud geen vrijbrief om tot de aankoop van een woning over te gaan terwijl men bij aankoop van de woning weet of behoort te weten dat men de woning nooit zal kunnen financieren.

Het dergelijk lichtvaardig overgaan tot de aankoop van een woning kan immers tot schade leiden bij woningeigenaren die hun woning door de verkoop van de woningmarkt halen.

 

Het was dan ook de verantwoordelijkheid van Caroline om (in elk geval) voorafgaand aan de aankoop van de woning zich ervan te vergewissen of de woning – gelet op haar financiële positie – bij benadering binnen haar budget lag. Dat zij jong is en onervaren op de woningmarkt doet aan het voorgaande niet af. Het enkele feit dat de vriend van Caroline aan haar heeft medegedeeld dat zij de benodigde financiering wel zou krijgen, ontslaat Caroline niet van haar eigen verantwoordelijkheid zich van haar financiële mogelijkheden te vergewissen. Gesteld noch gebleken is bovendien dat haar vriend enige deskundigheid op dit gebied bezit.

 

Voor zover Caroline stelt dat Arie en Anita met de koop van de woning akkoord zijn gegaan ondanks dat zij hun heeft medegedeeld dat zij niet wist of de woning binnen haar budget viel (met andere woorden: lichtvaardig tot de aankoop van de woning overging) gaat de rechtbank hieraan voorbij nu deze stelling – gelet op de gemotiveerde betwisting van Arie en Anita – onvoldoende is onderbouwd. Arie en Anita betogen immers dat Caroline weliswaar heeft aangegeven dat zij een laag inkomen heeft maar dat zij ook aangaf op diverse plekken (spaar)geld te hebben dat zij ‘los moest weken’. De rechtbank acht het bovendien onaannemelijk dat Arie en Anita met de koop van de woning door Caroline akkoord zouden zijn gegaan indien zij op de hoogte waren geweest van het feit dat de woning eigenlijk buiten het budget van Caroline viel.

 

De rechtbank is gelet op het vorenstaande dan ook van oordeel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Caroline een beroep doet op het financieringsvoorbehoud nu zij bij de aankoop van de woning wist dan wel had moeten weten dat zij met haar financiële positie nooit een hypotheek zou kunnen krijgen van € 225.000,-. Of het beroep op het financieringsvoorbehoud ‘goed gedocumenteerd’ was behoeft gelet op het vorenstaande dan ook geen bespreking.

 

Matiging boetebedrag

 

Ingevolge het boetebeding van de koopovereenkomst is Caroline een boete verschuldigd van € 43.500,-. Caroline heeft verzocht de boete te matigen.

 

Op grond van artikel 6:94 lid 1 BW mag het gematigde boetebedrag echter niet lager zijn dan de door Arie en Anita geleden schade. Arie en Anita hebben gemotiveerd aangevoerd dat zij schade hebben geleden door de tekortkoming van Caroline. Caroline heeft dit betwist. Over de hoogte van (eventueel) door Arie en Anita geleden schade hebben partijen zich nog niet uitgelaten.

 

De rechtbank ziet hierin aanleiding om een comparitie (verschijning voor de rechtbank, red.) te bevelen. Op deze comparitie zal de hoogte van de (eventueel) door Arie en Anita geleden schade worden besproken. Daarnaast zal de mogelijkheid van een schikking aan de orde komen.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de namen Arie, Anita en Caroline zijn in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2015:2036

 

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.