Arbeidsongeschiktheidsverzekering - verzekerbaar belang

 

Erik is tuinder. Hij drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak zonder personeel. Erik verbouwde aanvankelijk bloemkool, maar teelt tegenwoordig vooral bloemen.

 

Erik heeft met De Amersfoortse een verzekering gesloten op grond waarvan hij met ingang van 16 juni 1989 verzekerd is tegen inkomstenderving als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Het verzekerd beroep is het beroep van tuinder. Sinds 12 november 2009 bedraagt de verzekerde jaarrente € 27.271,00.

 

Op grond van de polisvoorwaarden is Erik verplicht aan De Amersfoortse een melding te doen wanneer hij geen of minder verzekerbaar belang heeft.

 

Het verzekerbaar belang is in de polisvoorwaarden gedefinieerd als het inkomen dat Erik voor de daadwerkelijke uitoefening van de verzekerde beroepswerkzaamheden ontvangt.

 

Daaraan is toegevoegd dat van belang is dat Erik aan De Amersfoortse meldt wanneer hij minder gaat verdienen en ook dat voor de maatschappij van belang is of dit van tijdelijke aard is of dat Erik structureel minder gaat verdienen.

 

Als beleid van De Amersfoortse is vastgelegd dat pas melding hoeft te worden gedaan als het verzekerde bedrag meer is dan 80% van het gemiddelde inkomen in de afgelopen drie jaren.

 

Verder is vastgelegd dat De Amersfoortse het verzekerd belang zal toetsen wanneer een verzoek tot uitkering wordt gedaan en dat bij de toetsing incidenten buiten beschouwing worden gelaten.

 

Onder het kopje ‘Inkomen’ is vastgelegd dat De Amersfoortse om de ontwikkeling van het inkomen zorgvuldig te kunnen beoordelen de jaarcijfers van de laatste drie of vijf jaren voor arbeidsongeschiktheid alsmede over de jaren met arbeidsongeschiktheid zal vragen.

 

Melding arbeidsongeschiktheid


Erik heeft op 21 januari 2008 melding van arbeidsongeschiktheid wegens rugklachten gedaan.

 

Arbeidsongeschiktheidspercentage

 

De Amersfoortse heeft het arbeidsongeschiktheidspercentage overeenkomstig de polisvoorwaarden vastgesteld. Over die vaststelling is in 2014 overeenstemming bereikt tussen partijen. Thans staat vast dat het percentage arbeidsongeschiktheid sinds 12 november 2009 60% is.


Verzekerde jaarrente

 

Partijen zijn het niet eens over de verzekerde jaarrente.

 

Een arbeidsdeskundige heeft in 2009 het inkomen van Erik in opdracht van De Amersfoortse getoetst. Hij heeft die toetsing gedaan aan de hand van een zogenoemde Dupont-schema waarin de jaarcijfers van Erik over de jaren 2003 tot en met 2008 zijn verwerkt. In dit schema is geen rekening gehouden met een bijzondere bate in 2006.

 

De arbeidsdeskundige heeft op grond van zijn onderzoek geconcludeerd dat een maximaal verzekerd bedrag van € 18.000,00 meer op zijn plaats zou zijn dat het bedrag van € 27.271,00.

 

Na ontvangst van het rapport heeft De Amersfoortse met een brief van 30 november 2009 aan Erik bericht dat zij de verzekerde jaarrente op basis van de door hem aangeleverde jaarcijfers van zijn onderneming heeft aangepast naar € 18.000,00.


Vordering Erik

 

Erik vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat de verzekerde jaarrente in 2009 het op de polis vermelde bedrag van € 27.271,00 per jaar bedraagt.

 

Ter onderbouwing van deze vordering stelt Erik primair dat zijn inkomen gelijk is aan de winst uit onderneming en dat deze winst in 2006 een bedrag van € 224.306,57 is geweest, in 2007 een bedrag van € 16.389,23 en in 2008 een bedrag van € 27.491,91. Dat levert volgens Erik een gemiddeld inkomen over deze drie jaren van € 89.395,91 op en dus een aanmerkelijk hoger bedrag dan de verzekerde jaarrente.

 

Subsidiair stelt Erik dat zowel de periode van drie als de periode van vijf jaar voorafgaand aan de schademelding geen passend beeld geven van zijn inkomen vanwege de volatiliteit van zijn handel en verminderde arbeidsgeschiktheid vanaf medio 2007. Volgens Erik is de periode 2001 tot en met 2006 wel representatief. Hij is voor de berekening van het gemiddeld inkomen over die periode uitgegaan van een inkomen van € 74.928,41 in 2001.

 

Verweer van De Amersfoortse

 

De Amersfoortse heeft zich op het standpunt gesteld dat Erik in 2010 heeft ingestemd met het Dupontschema van en dat de vermelde winst over 2008 volgens Erik zelfs nog naar beneden moest worden bijgesteld. Volgens gedaagde heeft Erik pas in 2014 bezwaar gemaakt tegen de aanpassing van het verzekerde bedrag.

 

De Amersfoortse heeft de vordering ook inhoudelijk bestreden. Zij heeft aangevoerd dat voor de berekening van het gemiddelde inkomen op grond van de polisvoorwaarden alleen de jaarcijfers over de drie of vijf jaren voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid relevant zijn. Op grond van die cijfers is volgens De Amersfoortse, ook wanneer de cijfers over 2003 worden gecorrigeerd met de gestelde incidentele last, 80% van het gemiddelde inkomen steeds minder dan € 18.000,00 per jaar geweest.

 

De Amersfoortse heeft aangevoerd dat alleen inkomen dat Erik voor de daadwerkelijke uitoefening van zijn beroepswerkzaamheden als tuinder ontvangt in aanmerking kan worden genomen en dat incidenten buiten beschouwing moeten worden gelaten. Volgens De Amersfoortse is de afkoopsom voor de pacht een incident geweest en is deze afkoopsom ook niet aan te merken als inkomsten uit arbeid.


Beoordeling door de rechtbank

 

Op grond van de polisvoorwaarden was Erik verplicht wijzigingen in zijn inkomen op te geven aan De Amersfoortse. Ook is in de voorwaarden opgenomen dat De Amersfoortse na de schademelding mocht toetsen of er in werkelijkheid minder verzekerbaar belang was dan Erik had verzekerd. In de polisvoorwaarden is ook beschreven welke procedure De Amersfoortse bij de toetsing van het verzekerbaar belang diende te volgen. Die procedure is het laten maken van een analyse door een arbeidsdeskundige aan de hand van bedrijfs- en inkomensgegevens over de laatste drie of vijf jaar vóór de arbeidsongeschiktheid en de jaren van arbeidsongeschiktheid.

 

Het staat vast dat De Amersfoortse die procedure heeft gevolgd.

 

Kernvraag

 

Het geschil tussen partijen gaat in de kern om de vraag of De Amersfoortse op grond van de polisvoorwaarden de afkoopsom die Erik in 2006 heeft ontvangen bij de berekening van het verzekerbaar belang buiten beschouwing mocht laten.

 

De rechtbank beantwoordt voormelde vraag bevestigend. In de polisvoorwaarden is onder het kopje ‘verzekerd belang’ met zoveel woorden opgenomen dat incidenten bij de toetsing buiten beschouwing worden gelaten. In de toelichting is verzekerbaar belang gedefinieerd als het inkomen dat Erik voor de daadwerkelijke uitoefening van de verzekerde beroepswerkzaamheden ontvangt en is het begrip incidenteel afgezet tegen structureel. Het opkopen van landbouwgrond door een projectontwikkelaar als gevolg waarvan Erik zijn recht van pacht op die grond kon “verkopen” moet naar het oordeel van de rechtbank naar zijn aard als incident worden beschouwd en niet als structureel. Op grond van de tekst van de polisvoorwaarden mocht De Amersfoortse deze afkoopsom dus als incidenteel buiten beschouwing laten.

 

Daar komt bij dat een afkoopsom voor het prijsgeven van pacht ook niet kan worden aangemerkt als inkomen dat is genoten uit de daadwerkelijke uitoefening van de verzekerde beroepswerkzaamheden van tuinder. Daarmee is in overeenstemming dat Erik de waarde van het recht van pacht ook nooit heeft opgenomen op zijn balans. Ook om die reden hoefde De Amersfoortse op grond van de polisvoorwaarden geen rekening te houden met de afkoopsom voor de toetsing van het verzekerbaar belang.  

 

Subsidiaire grondslag van zijn vordering

 

Ook op de subsidiaire grondslag zijn de vorderingen niet toewijsbaar. De referteperiode van drie of vijf jaar voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid is in de polisvoorwaarden voorgeschreven. Erik heeft zijn standpunt dat beide perioden, dus zowel de periode van drie als de periode van vijf jaar, geen goed beeld geven niet voldoende onderbouwd. Hij heeft alleen verwezen naar de volatiliteit van zijn handel en naar verergering van zijn rugklachten vanaf medio 2007. Dat is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat zowel de referteperiode van drie als de referteperiode van vijf jaar die partijen blijkens de polisvoorwaarden zijn overeengekomen geen goed beeld geven.

 

De rechtbank wil wel aannemen dat het voor Erik wrang is dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij een jaarrente van € 27.271,00 verzekerd had.

 

Op grond van de polisvoorwaarden was hij echter gehouden om vermindering van het verzekerbaar belang te melden aan De Amersfoortse. Dat Erik jarenlang teveel premie heeft betaald is het gevolg geweest van het niet voldoen aan die verplichting.

 

De beslissing

 

De rechtbank wijst de vorderingen af.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de naam Erik is in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2015:6534

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.