Ordemaatregelen m.b.t. voetbalkooi afgewezen

 

De gemeente is eigenaar van een perceel grond te Zwijndrecht. Deze locatie is ingericht en bestemd als sport- en speelruimte met als voornaamste doelgroep jongeren tot zestien jaar en is sinds vijftien jaar in gebruik als speelveld.


Ruim tien jaar geleden is het perceel voorzien een voetbalkooi. Medio 2013 is die voetbalkooi op bevel van de burgemeester van de gemeente wegens geluidsoverlast en overlast van jongeren verwijderd. Daarna is er een sport- en speelruimte zonder omheining maar met doelen aangelegd.

 

De voetbalkooi is gemaakt van geluidsarm materiaal en niet voorzien van verlichting. Voorts is naast de voetbalkooi een bord geplaatst waarop regels voor het gebruik van de voetbalkooi staan. Eén van deze regels is dat het na 22.00 uur rustig moet zijn.

 

Marian bewoont de benedenwoning. Deze woning is gelegen op een afstand van 22 meter van de voetbalkooi. Evelien bewoont sinds 27 februari 2015 in een benedenwoning. Deze woning ligt naast de woning van Marian.

 

Bij brief aan de gemeente van 22 mei 2015 hebben Marian en Evelien meegedeeld dat zij onaanvaardbare overlast ondervinden van de gebruikers van de voetbalkooi en hebben zij de gemeente gesommeerd maatregelen te treffen zodat de bestaande situatie wordt beëindigd.

 

Het verzoek van Marian en Evelien om handhavend op te treden is afgewezen.  

 

Marian en Evelien laten het er niet bij zitten en wenden zich tot de voorzieningenrechter (red). 

 

Het geschil

 

Marian en Evelien vorderen: de gemeente te gebieden om binnen 48 uur na betekening van het te wijzen vonnis passende maatregelen te treffen teneinde de vanaf de voetbalkooi veroorzaakte onrechtmatige hinder weg te nemen, welke maatregelen dienen te bestaan uit beperking van de openingstijden door sluiting van de voetbalkooi dagelijks tussen 19.00 en 07.00 uur, alsmede het (laten) aanbrengen van een geluidreducerende ondervloer/verharding.

 

Beoordeling door de voorzieningenrechter

 

Het antwoord op de vraag of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden waaronder de plaatselijke omstandigheden. Daarbij is mede van belang of degene die zich beklaagt over hinder, zich ter plaatse heeft gevestigd vóór dan wel ná het tijdstip waarop de hinder veroorzakende activiteiten een aanvang hebben genomen.

 

Het ligt op de weg van Marian en Evelien om de door hen gestelde aard, ernst en duur van de hinder en andere relevante omstandigheden voor het oordeel dat de hinder onrechtmatig is met bescheiden te onderbouwen en aldus tegenover de betwisting van de gemeente aannemelijk te maken. Voor de door Marian en Evelien aangeboden bewijslevering door middel van het horen van een akoestisch deskundige als getuige is in een kort geding naar zijn aard geen plaats.

 

Marian en Evelien hebben geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat de huidige ondervloer van de voetbalkooi hinder in de vorm van rumoer of trillingen oplevert. De gevorderde voorziening om die vloer te vervangen door een geluidreducerende vloer kan reeds daarom niet worden toegewezen.

 

Marian en Evelien stellen dat de voetbalkooi in de avond onrechtmatige geluidhinder veroorzaakt en beroepen zich daarbij op de metingen die op 3 november 2015 door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid zijn uitgevoerd. De daarbij gemeten pieken die samenhangen met het gebruik van de voetbalkooi en in de avond een overschrijding van het voormelde maximale geluidniveau opleveren betreffen echter geen contactgeluiden, maar louter stemgeluiden. Dat alleen is niet genoeg om aan te kunnen nemen dat er tussen 19.00 en 22.00 uur sprake is van onrechtmatige geluidhinder die door het gebruik van de voetbalkooi wordt veroorzaakt.

 

De voetbalkooi bevindt zich immers op een locatie die is bestemd als sport- en speelruimte met als voornaamste doelgroep jongeren tot zestien jaar. Deze bestemming en doelgroep brengt mee dat de locatie in beginsel ook tussen 19.00 en 22.00 uur gebruikt dient te kunnen worden en dat het gebruik ook in dat tijdvak gepaard moet kunnen gaan met normale stemgeluiden bij sport en spel, zoals lachen en enthousiast praten. Een ander uitgangspunt zou afbreuk doen aan de bestemming van de locatie en de leefbaarheid van een woonwijk.

 

De door Marian en Evelien gestelde omstandigheid dat zij beiden een minderjarig thuiswonend kind met een beperking hebben, welke kinderen gebaat zijn bij een rustige woonomgeving, brengt niet mee dat hinder jegens hen eerder als onrechtmatig dient te worden aangemerkt dan jegens omwonenden met minderjarige kinderen in het algemeen.

 

Bovendien geldt dat de voetbalkooi reeds aanwezig was toen Evelien kwam wonen en dat zij toen wist of behoorde te weten dat de voetbalkooi tot 22.00 uur op normale wijze gebruikt mag worden en dat te verwachten was dat dit gebruik vooral in de zomermaanden zou plaatsvinden. Dat de periode tussen de realisering van de voetbalkooi en het moment waarop zij de woning heeft betrokken in de winter is gelegen, maakt dat niet anders.

 

Marian en Evelien stellen dat zij tevens overlast ondervinden door het gebruik van de voetbalkooi na 22.00 uur. Die gestelde overlast kan niet alleen op basis van de stellingen van Marian en Evelien en hun meldingen van de overlast worden aangenomen. Hetzelfde geldt voor de door Marian en Evelien gestelde overlast door wangedrag van gebruikers van de voetbalkooi in de vorm van belediging, bedreiging en het bekogelen van de woning met eieren. Enige bevestiging van derden, zoals de politie of andere omwonenden, van het gebruik van de voetbalkooi na 22.00 uur of het gestelde wangedrag van gebruikers van de voetbalkooi ontbreekt. Dat de woning van Marian het dichtst bij de voetbalkooi is gelegen, zodat zij de overlast het sterkst ervaart, vindt anders dan Marian en Evelien stellen, geen steun in de door de gemeente overgelegde luchtfoto’s. Daaruit blijkt immers dat er andere woningen zijn die dichter bij de voetbalkooi of op vergelijkbare afstand van de voetbalkooi zijn gelegen.

 

Het feit dat de oude voetbalkooi mede vanwege overlast van jongeren is gesloten, maakt niet dat voormelde stellingen van Marian en Evelien zonder nadere onderbouwing kunnen worden aangenomen. De stelling van Marian en Evelien dat de huidige situatie vergelijkbaar is met de situatie van toen is immers door de gemeente met een beroep op de realisering van drie hangplekken in de wijk en de extra inzet van politie, jongeren- en opbouwwerk en straatcoaches en onder overlegging van sfeerrapportages gemotiveerd bestreden. Marian en Evelien hebben onvoldoende concrete feiten daartegenover gesteld om aan te kunnen nemen dat die extra inzet tekortschiet. Voor een ordemaatregel strekkende tot verscherping van het toezicht op de voetbalkooi is derhalve geen plaats. Daarbij komt dat Marian en Evelien niet hebben ingevuld wat zij onder het gevorderde dagelijks toezicht verstaan.

 

Met de gemeente beseft de voorzieningenrechter dat Marian en Evelien niet voor hun genoegen een kort geding aanhangig maken. Tevens beseft de voorzieningenrechter dat het verkrijgen van materiaal dat hun klachten ondersteunt lastig kan zijn voor Marian en Evelien. Bij gebreke van een nadere onderbouwing van de door hen gestelde onrechtmatige hinder veroorzaakt door (het gebruik van) de voetbalkooi is een ordemaatregel die de gebruiksmogelijkheden van de voetbalkooi beperkt echter niet toewijsbaar.

 

Dit betekent niet dat de gemeente de klachten van Marian en Evelien niet serieus behoeft te nemen en deze klachten serieus dient te (blijven) onderzoeken, althans dat onderzoek dient te (blijven) bevorderen. De voorzieningenrechter geeft partijen derhalve uitdrukkelijk in overweging om te overleggen over de wijze waarop dat onderzoek het beste vorm kan worden gegeven.

 

Het vorenstaande leidt tot afwijzing van de vordering.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de namen Marian en Evelien zijn in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:   

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2015:8363

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.