Verzoek (na terugkeer uit zeer-hoog-risicoland) tot opheffing van de verplichting om in thuisquarantaine te gaan.

 

Verzoeker heeft De Staat der Nederlanden verzocht om opheffing van de voor hem geldende verplichting om in thuisquarantaine te gaan.

 

Verzoeker vraagt om opheffing van de quarantaineplicht omdat hij, kort gezegd, tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten besmet is geraakt met het coronavirus en daar reeds 10 dagen in quarantaine heeft verbleven, daarna negatief is getest en thans binnen zijn bedrijf werkzaamheden dient op te pakken die geen uitstel dulden, zoals het voeren van sollicitatiegesprekken en het afscheid nemen van afzwaaiend personeel.

 

Oordeel voorzieningenrechter

 

De voorzieningenrechter gaat van het volgende uit.

 

Verzoeker is op 23 december 2021 naar de Verenigde Staten gereisd met zijn echtgenoot voor vakantie om aldaar vrienden te bezoeken in Boston. De echtgenoot van verzoeker is op 30 december 2021 positief getest op het coronavirus in de Verenigde Staten.

 

Nadien bleek dat verzoeker op 3 januari 2022 ook positief testte op Corona. Samen met zijn echtgenoot heeft verzoeker toen in quarantaine gezeten tot 16 januari 2022.

 

Verzoeker is vervolgens op 16 januari 2022 negatief getest en op 17 januari 2022 teruggereisd naar Nederland. 

 

Op grond van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) dient degene die vanuit een bij ministeriële regeling aangewezen hoog risicogebied Nederland inreist onverwijld na die inreis in thuisquarantaine te gaan. Op 30 december 2021 zijn de Verenigde Staten aangewezen als zeer hoog risicoland in de zin van de WPG. 

 

Het voorgaande betekent dat personen die vanuit de Verenigde Staten inreizen naar Nederland zowel de verplichting geldt om over een negatieve testuitslag te beschikken, alsmede dat de verplichting geldt om in (thuis)quarantaine te gaan.

 

Op grond van de WPG zijn er diverse categorieën personen uitgezonderd van de quarantaineplicht. Verzoeker heeft erkend dat geen van deze uitzonderingen op hem van toepassing is. 

 

De conclusie is dat de thuisquarantaineverplichting voor verzoeker geldt.

 

Bijzondere omstandigheden

 

Bijzondere omstandigheden die nopen van de hoofdregel af te wijken, zijn niet aannemelijk geworden.

 

De door verzoeker aangevoerde omstandigheid dat hij reeds in de Verenigde Staten in quarantaine is geweest en na de quarantaine in de Verenigde Staten bovendien negatief getest is, rechtvaardigt zo’n afwijking niet.

 

Immers kan niet worden uitgesloten dat verzoeker daarna nogmaals besmet is geraakt met het coronavirus, bijvoorbeeld tijdens de lange vliegreis naar Nederland.

 

De negatieve testuitslag, verkregen voorafgaand aan de terugreis, kan verzoeker niet baten omdat een negatief geteste persoon bij inreis opnieuw (of nog steeds) besmettelijk kan zijn.  

 

Quarantaineregels in Nederland

 

Ook de omstandigheid dat vanaf 15 januari 2022 de quarantaineregels in Nederland zijn versoepeld voor personen die zijn geboosterd of recent hersteld zijn van een coronabesmetting kan verzoeker niet baten. Deze regels gelden niet voor reizigers voor wie een quarantaineplicht geldt nadat zij in een zeer hoog risicoland hebben verbleven.

 

Door De Staat der Nederlanden is toegelicht dat de kans op herbesmetting door dergelijke reizigers realistisch is, onder meer vanwege de diverse Coronavarianten die zich inmiddels wereldwijd verspreiden. 

 

De Staat der Nederlanden heeft er in dit verband op gewezen dat in Nederland de Omikronvariant al enige tijd dominant is, terwijl dit ten tijde van de besmetting van verzoeker in de Verenigde Staten niet het geval was.

 

Werkzaamheden binnen eigen bedrijf

 

De door verzoeker aangevoerde omstandigheid dat er werkzaamheden binnen zijn bedrijf zijn die volgens hem geen uitstel meer dulden, althans dat hij de gesprekken die hij met vertrekkend personeel en nieuw aan te trekken personeel niet via een videoverbinding wil voeren, vindt de voorzieningenrechter onvoldoende zwaarwegend om een afwijking van de geldende regels te rechtvaardigen.

 

De voorzieningenrechter heeft hierbij enerzijds in ogenschouw genomen dat door de wetgever geen uitzondering is gemaakt voor een dergelijke situatie en anderzijds in aanmerking genomen dat verzoeker een bewust risico heeft genomen door een niet noodzakelijke reis te maken in een periode van groeiende zorg over de opkomende Omikron-variant, die ten tijde van het vertrek naar de Verenigde Staten op 23 december 2021 reeds zorgde voor aanscherping van reisadviezen. 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden:  

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2022:153&showbutton=true

   

Home

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.