Kantonrechter ontbindt een arbeidsovereenkomst  

 

[verweerster] is op 1 september 2007 in dienst getreden van Eiffel, laatstelijk in de functie van specialist. Het laatstverdiende salaris van [verweerster] bedroeg € 3.089,75 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.

 

Eiffel is dienstverlener voor onder meer juridische zaken en verleent diensten in de vorm van detacheringen, interim-management, projecten en opleidingen.

 

[verweerster] is als juridisch specialist werkzaam geweest bij diverse klanten van Eiffel, zoals de IND, het UWV, het Waterschapshuis en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Zij staat (zeer) goed aangeschreven binnen Eiffel en is steeds (zeer) goed beoordeeld.

 

Op 21 juni 2013 is [verweerster] in het kader van haar werk aanwezig geweest op een Juristendag in Groningen, waar juristen aanwezig waren van Eiffel en van vijf overheidsinstellingen. Op deze bijeenkomst is onder andere aan de orde geweest dat overheidsinstellingen overlast ondervinden van een wildgroei aan WOB-verzoeken tot wel 35.000 a 40.000 per instelling per jaar en misbruik van de Wet Dwangsom. [verweerster] is van en naar deze dag samen gereden met een collega, [collega verweerster].

 

Op 26 juni 2013 heeft [verweerster] aan alle Nederlandse gemeentes en provincies een e-mailbericht gezonden. In de mail heeft zij het volgende verwoord:
“Hierbij dien ik namens mijn cliënt een verzoek in op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Graag ontvang ik een bevestiging van ontvangst van dit verzoek.
Het wob-verzoek heeft betrekking op de volgende informatie:
- een overzicht van alle binnen uw gemeente ontvangen Wob-verzoeken in de periode 2005-heden, waarbij het aantal ontvangen wob-verzoeken per jaar inzichtelijk is.
- ik verzoek u in het overzicht aan te geven waarop de wobverzoeken betrekking hadden.
- ik verzoek u in het overzicht aan te geven of het Wob-verzoek afkomstig was van een burger (of diens gemachtigd) de media, of anderszins.
- ik verzoek u in het overzicht aan te geven hoeveel bezwaarprocedures, hoeveel voorlopige voorzieningen en hoeveel beroepsprocedures hieruit voortvloeien.
- in verzoek u – per jaar – aan te geven hoeveel fte werkzaam was tgv de bij u binnengekomen wobverzoeken. Ik verzoek u hierbij tevens aan te geven of dit om interne of externe (ingehuurde) medewerkers ging.
- indien het om interne medewerkers ging verzoek ik u aan te geven in welke schaal de medewerkers zitten.
-indien het om externe medewerkers ging, verzoek ik u aan te geven welke kosten u – per jaar – heeft gemaakt.

In afwachting van uw reactie, verblijf ik,
Met vriendelijke groet,
[naam A]
[naam bedrijf”

 

Naar aanleiding van de Wob-verzoeken is [verweerster] door enkele gemeenten om nadere informatie gevraagd. Zij heeft dan in de nadere (telefonische) toelichting aangegeven niet uit te zijn op het incasseren van dwangsommen. Sommige gemeenten reageerden positief op haar uitleg. [verweerster] heeft van een aantal gemeentes de gevraagde gegevens ontvangen.

 

Op 10 juli 2013 is [verweerster] benaderd door de heer [naam B], als consultant werkzaam voor de milieudienst Gelderland. Hij heeft [verweerster] gezegd dat hij ingezet werd om onderzoek te doen naar misbruik van de WOB en heeft verklaard er van overtuigd te zijn dat [verweerster] misbruik van deze wet maakte. Hij was voornemens haar werkgever te informeren en de politie in te schakelen, tenzij zij de verzoeken zou intrekken. [naam B] heeft [verweerster] ook verwezen naar de heer [naam C], voorzitter van het Platform Milieuhandhaving Grote gemeenten.

 

[verweerster] heeft op 10 juli 2013 alle Wob-verzoeken bij de gemeentes ingetrokken en op 16 juli 2013 alle verzoeken bij de provincies. Ook heeft zij op 10 juli 2013 contact opgenomen met [naam C]. Hij was zeer geïnteresseerd in de door [verweerster] verzamelde gegevens. [naam C] en [verweerster] hebben afgesproken samen te bekijken hoe zij het probleem van de WOB-verzoeken op andere wijze aan de kaak zouden kunnen stellen.

 

De gemeente Ermelo heeft een intern onderzoek ingesteld naar oneigenlijk gebruik van Wob-aanvragen. Daarbij heeft men achterhaald dat deze bedrijfsnaam staat geregistreerd op de naam van [verweerster]. Van de gemeente Goes heeft de gemeente Ermelo vernomen dat [verweerster] een medewerkster van Eiffel is.

 

Op 4 september 2013 heeft een accountmanager van Eiffel, [naam D], een bezoek gebracht aan de Gemeente Ermelo, een klant van Eiffel, in verband met een mogelijke nieuwe opdracht van deze gemeente aan Eiffel. Bij aanvang van het gesprek is [naam D] geconfronteerd met de vraag of [verweerster] in opdracht van Eiffel een Wob-verzoek bij de gemeente heeft ingediend.

 

Bij brief van 5 september 2013 is [verweerster] door Eiffel op de hoogte gesteld van de gang van zaken bij de gemeente Ermelo en het ontdekken van het gebruik van [naam bedrijf] en de alias [naam A]. Zij is door Eiffel op non-actief gesteld.

 

Op 6 september 2013 heeft [verweerster] – die vanwege vakantie in het buitenland verbleef - telefonisch gesproken met Eiffel. In dat gesprek heeft zij verklaard gebruik te maken van [naam bedrijf], vanwege een onderzoek waarmee ze bezig was. Haar is meegedeeld dat zij op non-actief werd gesteld. [verweerster] heeft daartegen per e-mail en brief bezwaar gemaakt.

 

Op 10 september 2013 heeft een gesprek plaatsgevonden bij Eiffel. In het gesprek heeft [verweerster] de beweegredenen voor de Wob-verzoeken verteld.

 

Eiffel heeft [verweerster] bij brief van dezelfde datum geschreven dat, los van de intenties van [verweerster], de gevolgen voor Eiffel gelijk blijven. Aan het eind van de brief meldt Eiffel dat een verzoek tot ontbinding wegens een dringende reden zal worden gedaan, maar dat [verweerster] de gelegenheid krijgt zelf ontslag te nemen.

 

Eiffel heeft op 16 september 2013 binnen haar organisatie gemeld dat [verweerster] op non-actief is gesteld.
Op 24 september 2013 heeft [collega verweerster] aan haar leidinggevende gemeld dat [verweerster] op de terugreis uit Groningen heeft gesproken over verdienen van geld door het indienen van WOB-verzoeken.

 

Bij e-mailbericht van 25 september 2013 heeft de Gemeente Ermelo aangegeven dat zij sterk hecht aan integriteit van medewerkers en een onberispelijke reputatie van in te huren bedrijven. De mail wordt besloten met de volgende passage: “Wanneer medewerkers van een bedrijf naar alle gemeenten WOB verzoeken indienen, vinden wij dat die reputatie is aangetast. Dat heeft voor ons de consequentie dat wij eerder een ander bureau zouden kiezen om de opdracht uit te voeren”.

 

Eiffel vraagt ontbinding arbeidsovereenkomst

 

Eiffel vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn, op grond van dringende redenen, subsidiair wegens verandering van omstandigheden. Zij verzoekt tevens toekenning aan Eiffel ten laste van [verweerster] van een ontbindingsvergoeding van € 20.016,00.


Beoordeling door de kantonrechter

 

Eiffel legt aan haar verzoek primair een (uitgestelde) dringende reden ten grondslag. Eiffel kan hierin worden gevolgd.

 

Vast staat dat [verweerster] 412 Wob-verzoeken heeft gedaan bij (potentiële) klanten van Eiffel. De stelling van [verweerster] dat een gemeente deze informatie over het algemeen eenvoudig kan verzamelen en verstrekken is door Eiffel gemotiveerd weersproken en kan in het kader van deze procedure niet nader worden beoordeeld.
Geconstateerd wordt dat het een omvangrijk verzoek betreft, alleen al door het aantal specifieke vragen, dat bij ontvangst de indruk kan wekken dat het er op gericht is dat de beantwoording niet binnen de daarvoor geldende termijnen zal kunnen plaatsvinden en dus bedoeld is om misbruik te maken van de mogelijkheid een dwangsom te incasseren. Dat het deze indruk daadwerkelijk gewekt heeft blijkt uit de reactie van [naam B], de gemeentes Ermelo en Goes en andere gemeentes die bij [verweerster] nadere informatie hebben gevraagd over haar bedoeling met het verzoek.

 

[verweerster] heeft verklaard met haar actie slechts ideële doelen na te streven, namelijk het aan de kaak stellen van de misstanden die bestaan op het gebied van de Wob-verzoeken en de Wet Dwangsom. Om dit succesvol te kunnen doen had zij gegevens nodig, die zij op deze wijze wenste te verkrijgen. Eiffel betwist dit en stelt dat [verweerster] een welbewuste actie heeft opgezet ten behoeve van eigen financieel gewin. 
Wat daarvan ook zij, zelfs als aangenomen wordt dat [verweerster] goede bedoelingen had, valt niet te begrijpen dat zij in haar vraagstelling aan de gemeenten geen open kaart heeft gespeeld. Juist van haar had, gelet op haar opleiding, ervaring en betrokkenheid bij Eiffel, verwacht mogen worden dat zij zich zou realiseren dat het risico bestond dat haar verzoek in verband zou worden gebracht met Eiffel en dat in een dergelijk verband een open onderzoeksvraag een heel andere indruk wekt dan de door haar gekozen werkwijze met een anonieme cliënt en een niet bestaande verzoeker.

 

Eiffel verwijt [verweerster] verder dat zij niet aan Eiffel gemeld heeft dat zij een onderzoek wilde uitvoeren. Nu de aard van het onderzoek en degenen bij wie zij het onderzoek wilde uitzetten verband houden met haar werkzaamheden bij Eiffel en betrekking heeft op (potentiële) klanten van Eiffel, had het inderdaad op de weg van [verweerster] gelegen haar leidinggevende hierover te informeren. Dat [verweerster] dit niet heeft gedaan, ook niet na het telefoongesprek met [naam B], mag Eiffel haar dan ook kwalijk nemen. Dit temeer, omdat Eiffel nu via de gemeente Ermelo heeft moeten vernemen waar [verweerster] mee bezig was en bij die klant in een verkeerd daglicht is gekomen ten gevolge van het Wob-verzoek van [verweerster].

 

Een en ander heeft Eiffel, zoals zij stelt en aannemelijk is, een opdracht gekost. Het gedrag van [verweerster] had voor Eiffel reden kunnen zijn voor het verlenen van ontslag op staande voet. Eiffel heeft het belang van [verweerster] en de gevolgen van een ontslag op staande voet voor haar in aanmerking genomen door niet over te gaan tot het verlenen van dit ontslag, maar te kiezen voor een non-actiefstelling en een ontbindingsprocedure.

 

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat sprake is van een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Aan de door Eiffel verzochte ontbindingsvergoeding kan met deze grondslag niet worden toegekomen. 

 

Beslissing van de kantonrechter

 

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 26 november 2013.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2013:6163

 

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.