Uitschrijving en weigering herinschrijving leerling

 

Op 1 augustus 2015 is Kees ingeschreven als leerling bij csg Bogerman te Sneek. Dit is één van de scholen van CVO. Kees volgde daar de opleiding VMBO.

 

Kort na aanvang van het schooljaar blijkt dat het niet goed gaat met Kees op school. Csg Bogerman acht zich ten aanzien van Kees handelingsverlegen vanwege zijn gedrag in de klas.

 

In oktober 2015 wordt in verband hiermee een ontwikkelingsperspectiefplan voor Kees opgesteld. Op grond van dit plan is Kees geplaatst bij Fultura Maatwerk met als doel om Kees te doen terugkeren in het regulier onderwijs.  

 

In februari 2016 is het begeleidingstraject bij Fultura Maatwerk op verzoek van de ouders van Kees beëindigd.

 

Op 11 april 2016 is Kees in het kader van een proefplaatsing onderwijs gaan volgen bij een andere reguliere school voor voortgezet onderwijs, te weten RSG Magister Alvinus. Deze school heeft de proefplaatsing op 9 juni 2016 beëindigd. RSG Magister Alvinus heeft csg Bogerman ter zake laten weten dat zij handelingsverlegen is met Kees vanwege diens gedrag in de klas.

 

Op 12 juli 2016 heeft onderwijsconsulente [A] een advies over Kees uitgebracht. Dit advies houdt in dat Kees gebaat zou zijn bij plaatsing in het speciaal onderwijs met specifieke ondersteuning. Het regulier onderwijs is volgens haar niet in staat om de begeleiding te bieden die Kees nodig heeft.

 

Op 4 september 2016 is Kees door zijn ouders ingeschreven bij De Witakker, een school voor speciaal onderwijs. Csg Bogerman heeft Kees per dezelfde datum uitgeschreven.

 

Op 1 oktober 2016 hebben de ouders van Kees bezwaar gemaakt tegen de uitschrijving van Kees bij csg Bogerman.

 

De ouders van Kees hebben orthopedagoog [B] opdracht gegeven om de intelligentie en persoonlijkheid van Kees te onderzoeken. Op 29 oktober 2016 heeft [B] een onderzoeksverslag uitgebracht over Kees. [B] concludeert daarin dat Kees door omstandigheden terecht is gekomen in een voor hem negatieve leer- en leefsituatie. Volgens haar heeft Kees een positieve werkhouding en vertoont hij geen negatieve gedragskenmerken.

 

Op 31 oktober 2016 hebben de ouders csg Bogerman verzocht om Kees opnieuw in te schrijven.

 

Bij besluit van 1 december 2016 heeft csg Bogerman de ouders meegedeeld dat zij niet bereid is Kees opnieuw in te schrijven bij csg Bogerman.

 

Naar aanleiding van dat besluit, beginnen de ouders van Kees een procedure in kort geding tegen CVO (red.).

 

Beoordeling door voorzieningenrechter

 

De rector van csg Bogerman heeft ter zitting gemotiveerd uiteengezet dat de reden voor de uitschrijving van Kees bij csg Bogerman en het besluit om hem niet opnieuw in te schrijven is gelegen in de handelingsverlegenheid van de school met Kees in de context van de klas. De school kan de begeleiding en aanpak die Kees op dat punt nodig heeft, niet bieden. Vanwege het gedrag van Kees komt voorts de voortgang van het onderwijs aan de andere leerlingen in de klas in het gedrang.

 

Ter zitting heeft de rector van csg Bogerman voorts uiteengezet welk traject is doorlopen om Kees in het regulier onderwijs te houden, waaronder een begeleidingstraject bij Fultura Maatwerk en een proefplaatsing bij RSG Alvinus Magister. Dit traject is niet succesvol gebleken en de school is op basis van haar bevindingen tot de conclusie gekomen dat zij Kees niet de ondersteuning en begeleiding kan bieden die hij nodig heeft.

 

Ook heeft de rector aangegeven dat csg Bogerman Kees conform de Wet Voortgezet Onderwijs pas heeft uitgeschreven toen er voor hem een passende onderwijsplek was gevonden op De Witakker en hij daar was ingeschreven. Gelet hierop acht de voorzieningenrechter, voorlopig oordelend en uitgaande van de beleids- en beoordelingsvrijheid die de school toekomt, niet evident onbegrijpelijk dat csg Bogerman heeft besloten om Kees uit te schrijven en - vervolgens - heeft geweigerd hem opnieuw in te schrijven.

 

Op voorhand acht de voorzieningenrechter dan ook onvoldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de vorderingen van de ouders van Kees zullen worden toegewezen. Het onderzoeksrapport van [B] leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat dit rapport geen betrekking heeft op het gedrag van Kees in de klas, terwijl de handelingsverlegenheid van csg Bogerman met Kees nu juist op dat gedrag ziet.

 

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering van de ouders van Kees zullen worden afgewezen.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. In verband met de leesbaarheid is de naam Kees gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:    

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2017:433&showbutton=true

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.