Verzekerde slaagt er bij de rechtbank in om omvang van schade (waterschade aan spaanplaat tegels) te bewijzen.

 

Het gaat in casu om een rechtszaak tussen Noordersluis en Achmea.

 

In een tussenvonnis van 14 augustus 2013 is Noordersluis opgedragen te

bewijzen dat de door Noordersluis geclaimde schade bestaat uit vervangen vloerdelen die ten gevolge van de lekkages in augustus en december 2010 dusdanig waren beschadigd dat deze niet meer voor hergebruik geschikt waren.

 

Door Noordersluis is een rapport van SKH van 16 oktober 2013 in het geding gebracht.

 

In opdracht van Achmea heeft National Aerospace laboratory NLR onderzoek verricht naar een 7 afgekeurde vloerdelen. Het rapport van 25 maart 2011 is door Noordersluis bij dagvaarding in het geding gebracht.


Over en weer zijn een aantal getuigen gehoord.

 

Beoordeling door de rechtbank

 

De rechtbank acht op grond van de overgelegde stukken en de afgelegde verklaringen het volgende bewezen. Er is in augustus en december 2010 aanzienlijke wateroverlast geweest in het stadhuis als gevolg van regen en sneeuwval en een lekkend dak. De vloertegels die zouden worden hergebruikt hebben toen deels onder water gestaan. De vloertegels zijn gemaakt van spaanplaat. Spaanplaat absorbeert makkelijk vocht, wat kan leiden tot vervorming. Deze vervorming doet zich vooral voor aan de randen van de tegels, waar het vocht het makkelijkst de tegels binnendringt. De maximaal toegestane vervorming is 2 mm, zodat de maximaal acceptabele dikte van de tegels 40 mm bedroeg.

 

Door de getuigen is eenduidig verklaard dat ten minste twee mallen zijn gemaakt met een uitsparing van 40 mm en dat met gebruikmaking van die mallen is gecontroleerd of de randen van de tegels al dan niet dikker waren dan 40 mm. Achmea heeft weliswaar volhard in haar betwisting dat de tegels op deze wijze zijn getest op geschiktheid voor hergebruik, maar zij heeft geen getuigenbewijs aangedragen dat de verklaringen van de genoemde getuigen kan ontkrachten. De getuigen van Achmea hebben wel verklaard dat zij de indruk hadden dat de schade veel beperkter was dan de uiteindelijke claim, maar een onderbouwing voor die indruk hebben zij niet of nauwelijks verschaft. Hun verklaringen zijn dan ook onvoldoende concreet om aannemelijk te maken dat er (veel) minder tegels dan geclaimd door water beschadigd zouden zijn. Daar komt bij dat de door de getuigen afgelegde verklaringen onderling consistent zijn en in lijn liggen met de in vermelde feiten, wat hun overtuigingskracht verder ten goede komt. Het is dan ook voldoende aannemelijk geworden dat de tegels met de mallen op geschiktheid zijn onderzocht, dat aan de hand van die methode aan ongeveer 16.000 tegels vervormingen van meer dan 2 millimeter zijn geconstateerd en dat die vervormingen het gevolg zijn geweest van de lekkages in augustus en december 2010.


Redenering van Achmea

 

De kern in de redenering van Achmea is dat uit het NLR-rapport zou blijken dat die ten onrechte zijn afgekeurd. Daarin volgt de rechtbank Achmea niet.

 

Vast staat dat spaanplaat uitzet onder de inwerking van vocht en dat tegels met een maximale afwijking van 2 mm nog geschikt waren voor hergebruik. Door NLR is de dikte van de tegels getest op 100 mm van de rand en in het midden van de tegel. Noordersluis heeft er terecht op gewezen dat de waarde van de metingen op 10 centimeter van de randen beperkt is omdat het vooral gaat om vervormingen aan de randen van de tegels. Achmea heeft tegen die constatering niets, althans onvoldoende ingebracht.

 

Terecht voert Noordersluis echter aan dat de gegevens die Achmea ontleent aan het SKH-rapport zien op goedgekeurde tegels. Dat voor goedgekeurde tegels een verschil in dikte op de rand en dikte op 10 centimeter van de rand van maximaal 0,53 mm is gemeten, zegt immers niets over het verschil in dikte op die plaatsten bij afgekeurde tegels. Er is dus geen grond om aan te nemen dat ook de door NLR onderzochte – afgekeurde – tegels aan de rand maximaal 0,53 mm dikker waren dan op de meetlocaties 10 cm van de rand. De rechtbank acht het, met Noordersluis, aannemelijker dat het verschil bij afgekeurde tegels groter is geweest dan die 0,53 mm, zodat ook die tegels aan de rand dikker zijn geweest dan het maximum van 40 mm en dus terecht zijn afgekeurd.

 

Achmea heeft er herhaaldelijk op gewezen dat zij door Noordersluis en de gemeente Lelystad onvoldoende op de hoogte is gehouden over de hoogte van de schade en dat zij daardoor niet de kans heeft gehad om zelf na te gaan of de afgekeurde tegels inderdaad ongeschikt voor hergebruik waren. De rechtbank wijst erop dat dit betoog voorbij gaat aan de kern van het geschil, namelijk de omvang van de schade als gevolg van de lekkages. Door Achmea is verder niet gesteld dat Noordersluis of de gemeente Lelystad in enige contractuele verplichting tot informatieverstrekking tekort is geschoten als gevolg waarvan geen of minder recht op schadevergoeding bestaat. Daar komt bij dat Achmea van beide lekkages direct op de hoogte is gesteld en dat het vervolgens in ieder geval ook op haar weg had gelegen om maatregelen te nemen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Dit betoog van Achmea kan dan ook niet afdoen aan het oordeel van de rechtbank dat Noordersluis het verlangde bewijs heeft geleverd.


Conclusie

De conclusie luidt dan ook dat Noordersluis in het leveren van het aan haar opgedragen bewijs is geslaagd.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de namen zijn in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

  

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2014:9043

   

 

Home 


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.