Ontbinding arbeidsovereenkomst  

 

Het verzuimpercentage van verwerende partij ligt ver boven het gemiddelde verzuimpercentage van B4P. De recente ziektepercentages verwerende partij bedragen 36% (2011), 40% (2012) en 26% (tot 4 juni 2013).

 

De redenen voor het verzuim zijn niet werk gerelateerd.

 

Verwerende partij heeft aanzienlijk overgewicht. Ten tijde van zijn indiensttreding woog hij meer dan 200 kilo. Nadien is hij ongeveer 60 kilo afgevallen.

 

Op advies van de bedrijfsarts heeft verwerende partij een intake gesprek bij Winnock B.V. gehad. Dit bedrijf begeleidt onder meer werknemers met een hoog ziekteverzuim om mogelijke gezondheidsproblemen en verzuim in de toekomst te verkomen.

 

Na het intakegesprek heeft Winnock B4P bericht dat er te weinig insluitcriteria zijn voor het programma Over Gewicht, omdat verwerende partij reeds op een adequate wijze omgaat met zijn nieuwe eetpatroon en hij daarnaast op regelmatige basis beweegt. Het begeleidingstraject bij Winnock is daarom niet in gang gezet.

  

B4P verzorgt de inkoop en distributie van voeding en accessoires voor huis- en erfdieren voor diverse winkelketens. B4P kent een afdeling ‘non-food’ en een afdeling ‘food’. Verwerende partij heeft steeds op de afdeling ‘non-food’ gewerkt. B4P heeft met ingang van mei 2013 wijzigingen in haar bedrijfsvoering doorgevoerd. Deze hield onder meer in dat een kleinere en vaste groep medewerkers (ongeveer 11) wordt ingezet op de afdeling ‘non-food’. Het betreft medewerkers die door de bedrijfsarts geobjectiveerde medische klachten hebben waardoor zij beperkt inzetbaar zijn en daardoor niet op de afdeling ‘food’ ingezet kunnen worden, oudere medewerkers en multi-inzetbare medewerkers. Verwerende partij behoort volgens B4P niet tot één van de groepen medewerkers die in aanmerking komen voor de werkzaamheden op de afdeling ‘non-food’.

  

B4P verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met verwerende partij te ontbinden wegens gewichtige redenen. B4P onderbouwt het verzoek, kort samengevat, als volgt. Verwerende partij heeft gedurende langere tijd een bovenmatig ziekteverzuim, hetgeen een storend effect heeft op het planning- en productieproces van B4P. Binnen de haar beschikbare mogelijkheden heeft B4P geprobeerd om het ziekteverzuim van verwerende partij terug te dringen, maar dit heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Er is daarom sprake van veranderingen in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst dadelijk of op korte termijn dient te eindigen.

 

Beoordeling door kantonrechter

 

Met betrekking tot de vraag of sprake is van veranderingen in de omstandigheden als gevolg van de frequente ziekmeldingen, die een zodanige gewichtige reden vormen dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve behoort te eindigen, overweegt de kantonrechter als volgt.

 

Er is onmiskenbaar sprake van een hoog ziekteverzuim, dat niet werkgerelateerd is. Uit de door verwerende partij overgelegde gegevens blijkt dat het ziekteverzuim vanaf 2011 verschillende oorzaken heeft zoals klachten aan de ogen, hielspoor, wondroos en rugklachten. In de jaren daarvoor was (onder meer) sprake van het plaatsen en verwijderen van een maagband, een ‘gastric bypass’, heupklachten, het verwijderen van de blindedarm en wondroos.

 

Uit de stellingen van partijen leidt de kantonrechter af dat zowel verwerende partij als B4P zich voldoende hebben ingespannen om het ziekteverzuim te verminderen, maar dat dit nog niet heeft geleid tot een daling in het verzuimpercentage tot een ‘normaal’ niveau.

 

Hoewel aannemelijk is dat het frequente ziekteverzuim van verwerende partij zowel financieel als organisatorisch gezien nadelige gevolgen heeft voor B4P, geldt als uitgangspunt dat ziekteverzuim van de werknemer voor rekening en risico van de werkgever dient te komen.

 

Slechts onder bijzondere omstandigheden kan tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens frequent ziekteverzuim worden overgegaan. Dit is mogelijkerwijs het geval indien het ziekteverzuim zodanig ingrijpende gevolgen heeft voor het productie- en bedrijfsproces dat, mede gelet op alle overige omstandigheden van het geval zoals de frequentie en de duur van het ziekteverzuim, de oorzaak ervan en het uitzicht op genezing, instandhouding van de arbeidsovereenkomst niet meer van de werkgever gevergd zou kunnen worden.


Medewerkers

 

Ter zitting is gebleken dat er 85 mensen werkzaam zijn bij B4P, waarvan 30 mensen als uitzendkracht. Niet gesteld kan worden dat er sprake is van een kleine, kwetsbare organisatie, waarbij het frequente verzuim van verwerende partij een onevenredig groot beslag legt op de organisatie en de overige medewerkers. Integendeel, uit de stellingen van partijen leidt de kantonrechter af dat B4P beschikt over een groot aantal uitzend- en oproepkrachten, die de werkzaamheden van verwerende partij kunnen overnemen. Verwerende partij heeft bovendien onweersproken gesteld dat ook de vaste distributiemedewerkers desgewenst op andere afdelingen worden ingezet. Dit strookt met de stelling van B4P dat de distributiemedewerkers op alle afdelingen inzetbaar moeten zijn.

 

Weliswaar heeft B4P gesteld dat het hoge ziekteverzuim van verwerende partij tot problemen leidt in de continuïteit van het bedrijfsproces, maar zij heeft nagelaten dit op enige wijze concreet en aannemelijk te maken. Dat het inschakelen van uitzendkrachten tot een verhoogde werkdruk voor de andere werknemers leidt en dat het ziekteverzuim van verwerende partij een productieverlies van minimaal € 18.036,36 tot gevolg heeft, mag zo zijn, maar daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het ziekteverzuim van verwerende partij zodanige ingrijpende organisatorische (en financiële) gevolgen heeft voor B4P dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen.

 

Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, is de kantonrechter van oordeel dat B4P onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat door het ziekteverzuim van verwerende partij een onevenredig zware druk wordt gelegd op de overige medewerkers, respectievelijk het ziekteverzuim een stagnatie van het bedrijfsproces oplevert, dat van B4P niet kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst met verwerende partij te continueren. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2013:3060

 

 

Home 


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.