Onvolledig ingevulde vragenlijst. Schending mededelingsplicht


Kees is onderhoudstimmerman en heeft een eenmanszaak. Kees en Aegon zijn een verzekeringsovereenkomst aangegaan die is ingegaan op 16 september 2009.

 

Bij de aanvraag van de verzekeringspolis is aan Kees op de gezondheidsverklaring een aantal vragen gesteld, waaronder bij vraag 4:“Bent u ooit behandeld door een medisch specialist in verband met psychische klachten, hart- of rugklachten.” Kees heeft deze vraag ontkennend beantwoord.

 

In de periode 2011-2012 heeft Kees wegens overbelasting van zijn schouder een beroep gedaan op de bij Aegon gesloten verzekering en heeft hij een uitkering ter hoogte van € 20.848,23 ontvangen.

 

Eind november 2012 heeft Kees bij Aegon aangifte gedaan van ziekte wegens rugklachten.

 

Naar aanleiding van deze ziekmelding heeft Aegon onderzoek verricht naar de ziektegeschiedenis van Kees. Uit dat onderzoek, waartoe het medisch dossier van Kees is geraadpleegd, is gebleken dat Kees in mei 2005 in verband met recidiverende lage rugklachten door een orthopedisch chirurg, is onderzocht.

 

Aegon heeft bij brief van 24 juli 2013 erop gewezen dat Kees in de op 10 september 2009 ondertekende gezondheidsverklaring in het geheel geen bijzonderheden heeft gemeld ten aanzien van zijn eerdere gezondheidsproblematiek en heeft zij zich namens Aegon op het standpunt gesteld dat de verzekering op andere wijze of niet tot stand zou zijn gekomen als de rugklachten bij het aangaan van de verzekering wel bekend waren geweest.

 

Bij brief van 10 september 2013 heeft Aegon de verzekeringsovereenkomst per direct beëindigd wegens schending door Kees van de mededelingsplicht

 

Deze schending bestaat er volgens Aegon in dat Kees in de gezondheidsverklaring geen enkele medische bijzonderheid over zijn huidige of eerdere gezondheidstoestand heeft gemeld. In dezelfde brief is door Aegon een bedrag van € 20.848,23 aan gedane uitkeringen teruggevorderd.

 

Kees is het daar niet mee eens, en besluit Aegon te dagvaarden voor de rechtbank (red).


Kees vordert:


  • Een verklaring voor recht dat Aegon ten onrechte de met Kees gesloten verzekeringsovereenkomst heeft beëindigd.
  • Veroordeling van Aegon om haar beslissing dat Kees het aan hem uitgekeerde bedrag van € 20.848,23 moet terugbetalen, te herroepen.

Beoordeling door de rechtbank


Centraal in deze zaak staat de vraag of Kees de op hem rustende mededelingsplicht heeft geschonden door geen melding te doen van het consult bij de orthopedisch chirurg.

 

Bij de beantwoording daarvan wordt het volgende vooropgesteld. De mededelingsplicht van de verzekeringnemer bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst ziet op feiten die hij kende of behoorde te kennen.

 

Voor de vraag welke feiten de verzekeringnemer behoorde te kennen wordt uitgegaan van een behoorlijk en zorgvuldig verzekeringnemer, waarbij alle omstandigheden van het geval moeten worden meegewogen. Tevens dient rekening te worden gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verzekeringnemer. Voorts ziet de mededelingsplicht uitsluitend op feiten waarvan de verzekeringnemer weet of behoort te begrijpen dat deze voor de verzekeraar van belang (kunnen) zijn. Aan de hand van de vragenlijst die door de verzekeraar is toegezonden, weet de verzekeringnemer welke punten de verzekeraar interesseren. Daarbij geldt dat de verzekeringnemer een voorgelegde vraag mag opvatten naar de zin die hij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mocht toekennen.

 

De rechtbank is van oordeel dat het voor Kees duidelijk had kunnen en moeten zijn dat hij bij vraag 4 in elk geval melding had moeten maken van het onderzoek dat de orthopeed in mei 2005 bij hem naar aanleiding van de teruggekeerde lage rugklachten heeft verricht.

 

Zoals gezegd, wordt de omvang van de mededelingsplicht niet alleen bepaald door de feiten die een verzekeringnemer kent, maar ook door de feiten die hij behoort te kennen.

 

Van Kees mocht als behoorlijk en zorgvuldig verzekeringsnemer worden verwacht dat hij bij twijfel over mogelijke andere consulten in verband met zijn rugklachten navraag zou doen bij zijn huisarts. Dit geldt temeer nu op de vragenlijst uitdrukkelijk is gevraagd naar behandelingen voor rugklachten. Het was dus voor Kees voldoende kenbaar dat voor Aegon met name het eventuele bestaan van deze klachten van belang was voor de beoordeling van de aanvraag.

 

De rechtbank is van oordeel dat een onderzoek en diagnose door een medisch specialist, zoals een orthopedisch chirurg, zijn aan te merken als behandeling. Dit is ook het geval wanneer dit onderzoek en de diagnose slechts uit één enkel consult zou bestaan. Ook het onderzoeken en het geven van raad worden onder handelingen op het gebied van de geneeskunst verstaan. Ook voor een zorgvuldig handelende verzekeringnemer had dit duidelijk moeten zijn.

 

De rechtbank is dan ook van oordeel dat Kees, door na te laten melding te maken van het consult bij de orthopedisch chirurg, zijn mededelingsplicht jegens Aegon heeft geschonden.

 

Nu Aegon gemotiveerd heeft gesteld en Kees niet heeft bestreden dat Aegon als redelijk handelend verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken, geen verzekering zou hebben gesloten, was Aegon gerechtigd de overeenkomst te beëindigen.

 

Aegon is dus niet gehouden aan Kees enige uitkering te doen.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de naam Kees is in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:10836

 

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.