Rechtbank geeft moeder geen vervangende toestemming om met kind naar Spanje te verhuizen.

 

Partijen hebben van juli 2009 tot december 2013 een affectieve relatie met elkaar gehad.

 

Uit deze relatie is een minderjarig kind geboren.

 

De vader heeft het kind erkend; de ouders hebben gezamenlijk het gezag over het kind.

 

De moeder is op 10 juli 2014 met het kind naar Spanje vertrokken.

 

Nadat door de rechtbank in Spanje de teruggeleiding naar Nederland was gelast, woont het kind sinds 14 mei 2015 bij zijn vader.

 

Partijen hebben in onderling overleg een (voorlopige) omgangsregeling afgesproken.

 

Verzoek moeder

 

De moeder heeft de rechtbank verzocht haar vervangende toestemming te verlenen om samen met het kind naar Spanje te verhuizen.

 

Beoordeling door de rechtbank

 

De ouders hebben gezamenlijk gezag over het kind. Dit brengt mee dat de moeder voor het wijzigen van de hoofdverblijfplaats van het kind in beginsel toestemming van de vader nodig heeft. Indien de ouders het hierover niet eens worden, kan het geschil worden voorgelegd aan de rechter.

 

Om een beslissing te kunnen nemen vormen de belangen van de minderjarigen een eerste overweging van de rechtbank.

 

Uitgangspunt is dat de ouders na het uiteengaan de mogelijkheid moeten hebben weer verder zelfstandig een eigen leven te gaan leiden. Ouders dienen zich echter bij het maken van die nieuwe start zich elkaars belangen, en vooral ook die van minderjarige kinderen, aan te trekken. Het is een feit van algemene bekendheid dat verbreking van de continuïteit van de woonomgeving en van de frequente contacten met de andere ouder voor kinderen ingrijpend kan zijn.

 

Uit de overgelegde stukken en hetgeen de moeder ter zitting naar voren heeft gebracht, is voldoende aannemelijk geworden dat het voor de moeder erg belangrijk is om terug te keren naar haar geboorteland waar zij tot 2010 heeft gewoond en gewerkt en dat zij destijds heeft verlaten om met de vader in Nederland te gaan samenwonen. De wens van de moeder om naar Spanje terug te keren is vanuit het standpunt van de moeder bezien op zichzelf goed te begrijpen.

 

Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank evenwel niet komen vast te staan dat de verhuizing naar Spanje noodzakelijk is in de hiervoor omschreven zin. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting is vast komen te staan dat de inspanningen van de moeder met name gericht zijn geweest op terugkeer naar Spanje. De moeder heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij daadwerkelijk alle mogelijkheden heeft benut om in Nederland woonruimte en werk te vinden om zo haar uitgangspositie hier te verbeteren. In dat verband acht de rechtbank ook van belang dat de moeder niet heeft weersproken dat zij niet is ingegaan op het aanbod van de vader haar te helpen bij het vinden van een woning in de buurt van de leefomgeving van het kind, het zoeken naar een baan en het leren van de Nederlandse taal. De enkele stelling van de moeder dat zij als gevolg van haar uitzichtloze situatie in Nederland depressieve klachten heeft ontwikkeld, is mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen evenmin reden om de verhuizing noodzakelijk te achten.

 

Vaststaat dat het kind sinds mei 2015 bij zijn vader woont en dat hij ieder weekend afwisselend twee respectievelijk drie dagen bij zijn moeder verblijft. De vraag dient beantwoord te worden of het in het belang van het kind is met zijn moeder naar Spanje te verhuizen of dat het meer in zijn belang is om in zijn vertrouwde omgeving in Nederland te blijven wonen. Beide ouders zijn het erover eens dat het in het belang van het kind is dat hij in een voor hem vertrouwde omgeving contact kan hebben met beide ouders. De moeder meent dat daaraan ook vanuit Spanje vormgegeven kan worden. De vader is van mening dat dit alleen kan wanneer beide ouders – in Nederland- bij elkaar in de buurt wonen.

 

Niet ter discussie staat dat het kind Spaans spreekt en dat de omgeving waar de moeder met hem wil gaan wonen voor hem enigszins vertrouwd is, omdat hij daar al enige tijd met moeder heeft gewoond en omdat daar familieleden van zowel moeders- als vaderszijde wonen. Duidelijk is ook dat wanneer het kind naar Spanje verhuist de frequentie van het contact tussen het kind en zijn vader drastisch wordt verminderd, nu de vader niet voornemens is zich in Spanje te vestigen. De rechtbank overweegt dat voor nog jonge kinderen als het kind het hebben van korte en regelmatige contacten met de ouder waar hij geen hoofdverblijf heeft, van groot belang is voor een goede ontwikkeling. Het behouden van contact met beide ouders kan naar het oordeel van de rechtbank alleen worden gerealiseerd wanneer beide ouders op een redelijke afstand van elkaar blijven wonen.

 

Skype

 

De moeder meent dat de door haar aangeboden omgangs- en contactregeling voldoende compensatie biedt voor het verlies van het bijna dagelijkse contact tussen het kind en zijn vader. Naar het oordeel van de rechtbank is dit aanbod onvoldoende om de vader op een relevante wijze deel te laten blijven uitmaken van het leven en de opvoeding van het kind, zelfs wanneer er aan de door de moeder voorgestelde vakantiecontacten nog frequente Skype-contacten zullen worden toegevoegd. Een en ander nog los van de hoge reis- en contactkosten die een verhuizing naar Spanje voor de vader met zich mee zouden brengen, van welke kosten de moeder heeft aangegeven dat zij –vooralsnog- niet in staat is daar financieel aan bij te dragen.

 

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de moeder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar belang om met het kind naar Spanje te verhuizen zwaarder dient te wegen dan het belang van het kind om in zijn vertrouwde omgeving in Nederland te blijven wonen en daarbij frequent contact met de vader te kunnen blijven onderhouden. Het lijkt gelet op de nog jonge leeftijd van het kind het meest in zijn belang wanneer de beide ouders frequent contact met hem kunnen onderhouden. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking het door de vader reeds eerder gedane aanbod de moeder te helpen haar leven in de leefomgeving van het kind op te bouwen en zijn bereidheid om alsdan uitbreiding van de omgangsregeling met haar te bespreken.

 

De rechtbank zal daarom het verzoek van de moeder afwijzen.

 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2016:303

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.