Eigenaar woning niet aansprakelijk voor eventuele schade buren


Gedaagde heeft funderingswerkzaamheden aan zijn woning laten uitvoeren. Volgens eiseres is doordat er bij deze werkzaamheden geen waterkerende damwand is aangebracht, als gevolg daarvan de grondwaterstand verlaagd en hebben de bovenkant van de houten funderingspalen van de woning van eiseres gedurende een aanzienlijke tijd droog gestaan. Hierdoor is schade ontstaan aan de woning van eiseres, bestaande uit scheurvorming en scheefstand. Volgens eiseres is gedaagde als eigenaar van zijn woning aansprakelijk voor de fouten die zijn gemaakt tijdens de werkzaamheden die in zijn opdracht zijn uitgevoerd, en daardoor aansprakelijk voor de schade

 

Beoordeling door de rechtbank

 

De rechtbank oordeelt als volgt. Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat een ieder die (ingrijpende) bouwwerkzaamheden gaat verrichten, rekening dient te houden met de mogelijkheid van schade aan zaken van derden en verplicht is voldoende maatregelen te treffen om zulke schade te voorkomen. Dit betekent dat diegene onderzoek naar mogelijke schade (voor derden) dient te doen en eventuele voorzorgsmaatregelen dient te treffen. Eiseres verwijt gedaagde dat geen waterkerende (maar een houten) damwand is aangebracht bij het uitvoeren van de werkzaamheden en aldus onvoldoende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.

 

Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt evenwel ook dat het enkele feit dat iemand het werk uitbesteedt, hem niet zonder meer van aansprakelijkheid ontheft. Aangenomen mag worden dat de opdrachtgever op grond van onrechtmatige daad voor foutieve handelingen van de aannemer aansprakelijk kan zijn in de navolgende gevallen:

a. hij heeft de schadeveroorzakende handelingen van de aannemer in het bestek voorgeschreven; 

b. hij heeft tot dergelijke handelingen anderszins opdracht gegeven; 

c. hij heeft verzuimd in het bestek maatregelen voor te schrijven die de schade hadden kunnen voorkomen; 

d. het werk kan niet anders uitgevoerd worden dan door het berokkenen van de schade; 

e. hij is tekort geschoten in de keuze van de aannemer; 

f. de opdrachtgever moet zich ervan bewust zijn geweest dat de werkzaamheden derden schade zouden berokkenen.

 

Gesteld noch gebleken is dat (één van) bovengenoemde gevallen zich in deze zaak voordoen. Voorts is gesteld noch gebleken dat gedaagde, die geen deskundige is op dit gebied en mocht vertrouwen op een juiste uitvoering van de werkzaamheden door N.C.T., enig verwijt kan worden gemaakt. Bovendien heeft eiseres niet gesteld welke maatregelen gedaagde had kunnen nemen om de (gestelde) schade te voorkomen. De conclusie is dan ook dat gedaagde niet aansprakelijk is voor de schade aan de woning van eiseres.

 

Los van het voorgaande geldt dat eiseres dient aan te tonen dat er een (causaal) verband bestaat tussen de verrichte funderingswerkzaamheden en de schade aan haar woning. De schade bestaat volgens eiseres uit scheurvorming in en aan de woning en scheefstand van de woning. Al enkele jaren voor het verrichten van de funderingswerkzaamheden was er echter al sprake van scheuren in en aan de woning van eiseres en sprake van scheefstand. Door vervolgens enkel te stellen dat de scheurvorming als gevolg van de funderingswerkzaamheden ernstiger is geworden, heeft eiseres haar stelling dat zij schade heeft geleden als gevolg van de funderingswerkzaamheden onvoldoende onderbouwd.

 

Nu vast staat dat reeds sprake was van scheurvorming en scheefstand van de woning, had het op de weg van eiseres gelegen om een precieze vergelijking te maken tussen de staat van de woning na het verrichten van de funderingswerkzaamheden en de toestand van de woning vóór de funderingswerkzaamheden. Hierbij zou voorts rekening gehouden moeten worden met eventuele verzakking van de woning en eventuele schade als gevolg daarvan, wanneer de funderingswerkzaamheden niet zouden hebben plaatsgevonden. Nu dit niet is gebeurd, heeft eiseres niet aan haar stelplicht met betrekking tot de gestelde schade voldaan.

 

Het voorgaande brengt mee dat de vordering van eiseres gegrond op onrechtmatige daad gepleegd door gedaagde zal worden afgewezen.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2013:6386

 


Home


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.