Verzekeraar kan schade niet op dronken bestuurder verhalen

 

A komt met zijn auto in botsing met de auto van B.

 

A is hierbij onder invloed van alcohol.

 

A is tijdens de aanrijding verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid (WA).

 

De verzekeraar vordert van A voor de rechtbank betaling van € 25.315,57.

 

Aan de vordering legt de verzekeraar ten grondslag dat zij op grond van artikel 15 WAM (Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen) heeft de verzekeraar een verhaalsrecht op A, die volgens haar voor de onderhavige schade aansprakelijk is.

 

De onderhavige schade is volgens de verzekeraar op grond van toepassing zijnde polisvoorwaarden uitgesloten van verzekeringsdekking. Voorwaarden waarin staat dat schade die is veroorzaakt onder invloed van een alcoholpromillage van hoger dan 350 ug/l van uitkering is uitgesloten.

 

Volgens de rechtbank is A aansprakelijk en veroordeelt hem onder andere tot betaling van het gevorderde bedrag.

 

Gerechtshof


A is het daar niet mee eens en gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof.

 

Het Gerechtshof stelt vast dat in de van toepassing zijnde polisvoorwaarden weliswaar ‘voorwaardelijk opzet’ heeft uitgesloten van dekking, maar dat de polisvoorwaarden geen alcoholclausule bevatten, waarin expliciet schade als gevolg van het rijden onder invloed van alcohol van dekking is uitgesloten.

De vraag die moet worden beantwoord is of bij het ontbreken van een dergelijke clausule schade, als gevolg van het rijden onder invloed van alcohol, valt onder de uitsluiting van dekking als gevolg van voorwaardelijk opzet.

 

Uitgangspunt voor de beantwoording van deze vraag vormt een arrest van de Hoge Raad (13 januari 2006, LJN: AU3715, NJ 2006, 282). De Hoge Raad heeft in dat arrest geoordeeld ‘dat niet kan worden gezegd dat het algemene publiek dat een WAM-verzekering afsluit, uit voor ieder toegankelijke bronnen te weten kan komen dat veelal in WAM-verzekeringen dekking is uitgesloten voor schade die is toegebracht door de verzekerde auto terwijl de bestuurder daarvan meer alcohol in zijn bloed had dan het wettelijk toegestane promillage’.

 

Gelet hierop heeft óók A dus redelijkerwijs niet hoeven te begrijpen dat de door hem veroorzaakte schade van dekking onder de WAM-verzekering was uitgesloten.

 

Derhalve komt de verzekeraar in dit geval geen beroep toe op de uitsluitingsclausule ter zake van voorwaardelijk opzet.

 

Het hoger beroep slaagt en het Gerechtshof zal het vonnis van de rechtbank vernietigen en de vorderingen van de verzekeraar alsnog afwijzen.

 

De verzekeraar zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2013:6338

 

 

Home


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.