Werknemer hoefde werkgever niet in te lichten over privéproblemen.

 

John heeft op basis van een detacheringsovereenkomst bij Fondel werkzaamheden verricht als Financial Controller.

 

Op 1 oktober 2014 heeft John van Fondel bij e-mail een voorstel tot indiensttreding bij Fondel met bijbehorende arbeidsvoorwaarden ontvangen, inhoudende indiensttreding bij Fondel in de functie van Financial Controller Commodities per 1 november 2014 voor de duur van één jaar. Diezelfde dag heeft John bij e-mail aan Fondel kenbaar gemaakt positief te staan tegenover het gedane voorstel.

 

Op 2 oktober 2014 is John ziek uitgevallen.

 

Op 9 oktober 2014 heeft John getracht zijn werkzaamheden te hervatten, doch is diezelfde dag kort daarna weer ziek naar huis gegaan.

 

Op 13 oktober 2014 is John naar het kantoor van Fondel gekomen en heeft hij de arbeidsovereenkomst ondertekend.

 

Op 17 oktober 2014 heeft John een bevestiging van zijn aanmelding bij psycholoog SP3 ontvangen.

 

John is op 31 oktober 2014 op het spreekuur geweest van de arboarts. In de rapportage van de arboarts staat onder meer:

“Betrokkene werknemer is uitgevallen met medische klachten, is onder behandeling en controle bij curatieve sector.

 

Betrokkene mag het werk (volgens afspraak met werkgever) voorlopig voor 5x4 a 5 uur per week op arbeidstherapeutische basis in eigen aangepast werk (afgebakken taken) hervatten.

Daarbij is het van belang dat de werktijden en de werkinhoud tijdelijk worden aangepast: geen psychische inspannend werk, geen tijdsdruk.

 

Per e-mail d.d. 31 december 2014 bericht de psycholoog van SP3 aan John:

“Onderstaand mijn informatie voor de bedrijfsarts.

1. Welke diagnose heeft u kunnen vaststellen?

De heer John heeft een matig tot ernstige depressie. Ook heeft hij klachten die een “burn-out” indiceren.

2. Hoe acht u de prognose ten aanzien van het herstel?

Gezien de ernst van de klachten reken ik op een behandelperiode van tenminste 6 maanden.”

 

Bij brief d.d. 16 februari 2015 bericht Fondel aan John onder meer:

“Psychologische problemen zijn op zichzelf natuurlijk een privé aangelegenheid, maar zodra het je belemmert om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, is dat informatie die je met een (toekomstige) werkgever behoort te delen. Dit is dus ook het geval bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Door het feit dat jij je op 13 oktober jl. heel goed bewust was dat je het overeen te komen werk helemaal niet aankon door de door jou ondervonden belemmeringen in jouw gezondheid, had je een plicht dit met Fondel te delen.

 

Als wij (Fondel) toen hadden geweten dat jouw gezondheidsproblemen je op deze (ingrijpende) wijze zouden gaan belemmeren de overeen te komen werkzaamheden uit te voeren, dan hadden we de arbeidsovereenkomst met jou zeker niet gesloten. Dit klemt te meer omdat de arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar in feite nutteloos blijkt te zijn c.q. te worden, omdat de bedongen arbeid naar verwachting gedurende vrijwel de gehele periode niet zal kunnen worden uitgevoerd.

 

Vanwege de hierboven omschreven dwaling, is Fondel gerechtig de gesloten arbeidsovereenkomst te vernietigen. Fondel wenst van dit recht gebruik te maken en vernietigt hierbij de met jou gesloten arbeidsovereenkomst. Dit bericht is een buitengerechtelijke verklaring. Deze verklaring leidt ertoe dat daardoor tussen jou en Fondel geen arbeidsovereenkomst is gesloten.”


Het geschil

 

John vordert de door Fondel ingeroepen buitengerechtelijke vernietiging verklaring van de arbeidsovereenkomst nietig te verklaren totdat in het onderhavige geschil in de te entameren bodemprocedure onherroepelijk is beslecht omtrent de rechtmatigheid van de ingeroepen buitengerechtelijke vernietiging verklaring.

 

Beoordeling door de kantonrechter

 

In geschil is de vraag of de arbeidsovereenkomst door Fondel op 16 februari 2015 rechtsgeldig is vernietigd dan wel dat de arbeidsovereenkomst nog onverkort voortduurt en John aanspraak maakt op loondoorbetaling sedert 1 februari 2015.

 

Op grond van de door partijen overgelegde stukken alsmede hetgeen zij ter mondelinge behandeling naar voren hebben gebracht, is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk geworden dat de vordering van John in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen.

 

Dit, nu door Fondel onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de arbeidsovereenkomst op grond van dwaling rechtsgeldig is vernietigd. Daarvoor dient immers voldoende aannemelijk te zijn dat John ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk wist dat zijn gezondheidstoestand dermate slecht was dat dit hem ingrijpend en langdurig zou belemmeren in de uitoefening van de overeengekomen werkzaamheden, doch dat hij desondanks Fondel van het voorgaande niet op de hoogte heeft gesteld.

 

John heeft gesteld dat hij ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst griep had en er daarnaast in zijn privésituatie (relatie)problemen speelden. Hoewel hij op dat moment het vermoeden had dat zijn fysieke en psychische klachten voortvloeiden uit problemen in zijn privé-situatie, wist hij niet dat dit een langdurig effect zou hebben op zijn functioneren, aldus John.

 

Daarbij komt dat door John is gesteld dat het incident dat zich in zijn privésituatie op 10 november 2014 heeft voorgedaan, te weten na het sluiten van de arbeidsovereenkomst, de prikkel was die tot een zodanige verslechtering van zijn fysieke en psychische gesteldheid heeft geleid, dat dit hem niet meer in staat stelde zijn werkzaamheden op normale wijze te verrichten.

 

De door Fondel eenzijdig opgestelde en overgelegde weergave van de op 17 oktober 2015 en 30 januari 2015 gevoerde gesprekken, waarop Fondel haar standpunt baseert, is naar het oordeel van de kantonrechter, te meer nu de juistheid daarvan door John wordt betwist, vooralsnog onvoldoende om aan te nemen dat de gezondheidssituatie van John ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst al zodanig slecht was, alsmede dat John zich bewust was van de ernst en invloed daarvan op de uitoefening van zijn werkzaamheden, zodat hij daarvan melding had behoren te maken.

 

Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is in de bodemprocedure niet te verwachten dat de vernietiging van de arbeidsovereenkomst wegens dwaling stand houdt.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting en de naam John is in verband met de leesbaarheid van het artikel gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:   

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2015:4196

 

Home


Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.