Vriendendienst..?

 

Eiser heeft gedurende een langere periode vanuit zijn adviesbureau incasso-opdrachten uitgevoerd voor het kamerverhuurbedrijf van gedaagde .

 

Gedaagde was eigenaar van onroerend goed, wat te koop stond.

 

Tijdens een zakelijke lunchafspraak heeft eiser aangeboden zijn relaties te benaderen voor de koop van het onroerend goed. Eiser heeft diezelfde dag [xxx] benaderd, waarop [xxx] contact met gedaagde heeft opgenomen. Daarna heeft gedaagde het onroerend goed verkocht aan [xxx].

 

Gedaagde weigert eiser een commissie te betalen, want volgens haar was het een vriendendienst. Hierop besluit eiser haar te dagvaarden voor het kantongerecht.

 

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter stelt voorop dat uit de feiten blijkt dat partijen tijdens een zakelijke lunch hebben afgesproken dat eiser bijstand zou verlenen in het kader van de verkoop van een pand van gedaagde . Er is aldus sprake van een mondelinge overeenkomst met als inhoud dat eiser voor gedaagde klanten zou benaderen en zou wijzen op het te koop staande pand van gedaagde.

 

Niet blijkt dat op dat moment gesproken is over het bedrag dat daarvoor betaald zou worden. Ook blijkt niet dat is afgesproken dat eiser dit gratis zou doen.

 

Gezien de achtergrond van de relatie tussen partijen, waarbij in het verleden steeds gefactureerd en betaald werd voor werkzaamheden die eiser verrichte heeft gedaagde onvoldoende – namelijk geen – feiten aangevoerd om te kunnen concluderen dat sprake is van een vriendendienst, met andere woorden dat eiser de werkzaamheden niet in rekening zou brengen.

 

Het lag op de weg van gedaagde gemotiveerd aan te geven waarom in dit geval voor de dienstverlening van eiser geen betaling zou hoeven plaatsvinden. 

 

Overeenkomst van opdracht

 

Er is aldus sprake van een overeenkomst van opdracht tussen eiser en gedaagde.

 

Dat betekent dat eiser recht heeft op een redelijk loon.

 

Voor zover eiser voor de berekening daarvan aansluiting zoekt bij courtage die makelaars rekenen, kan dat niet als basis dienen. Hij heeft immers niet de werkzaamheden verricht die een makelaar normaal gesproken verricht. In de correspondentie heeft eiser eerder aanspraak gemaakt op een bedrag van € 5.000,00. Gedaagde heeft geen gemotiveerd verweer gevoerd tegen het bedrag van € 5.000,00 zodat de kantonrechter ervan uit gaat dat dit een redelijk loon is. De vordering zal worden toegewezen tot dit bedrag. 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden:  

  

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:7744&showbutton=true

 

Home

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.